Epilepsie

Epilepsie is de meest voorkomende chronische neurologische aandoening bij de hond (prevalentie 1-2%). De term ‘EPILEPSIE’ wordt gebruikt indien zich 2 of meer spontane aanvallen van epilepsie hebben voorgedaan met meer dan 24h tussen. Een aanval van epilepsie ontstaat door een overdreven, synchrone ontlading (chemisch/elektrisch) van een groep hersencellen (= neuronen). Een aanhoudende toename van neuronale exciteerbaarheid ligt hiervoor aan de basis. De oorzaken voor deze toegenomen neuronale exciteerbaarheid zijn verscheiden: stofwisselingsstoornissen (vb. te laag suikergehalte), intoxicaties (vb. slakken gif), ontstekingen, tumoren, erfelijkheid, …

De eerste, en vaak moeilijkste, stap is het herkennen van een aanval van epilepsie. Er bestaan nl. andere aanvalsgewijze ziektetoestanden die niets met epilepsie te maken hebben. Zelden wordt een huisdier aangeboden tijdens een aanval. Het is daarom erg belangrijk dat u aan ons in detail uitlegt hoe de aanval er precies heeft uit gezien, en ook hoe uw huisdier zich gedraagt tijdens de periode vóór en ná de aanval (vragenlijst pdf4). Idealerwijs bezorgt u ons een videofragment van de aanval. Op dit moment bestaan er geen praktische en makkelijk toepasbare testen die de aanwezigheid van epilepsie bij uw huisdier kunnen bevestigen (met uitzondering van een aantal commercieel beschikbare genetische testen bij specifieke hondenrassen zoals de Lagotto Romagnolo (goedaardige juveniele epilepsie) of de ruwharige miniatuur Teckel (ziekte van Lafora)). Wij zijn dus volledig afhankelijk van uw verhaal/videofragment om te beslissen of uw huisdier lijdt aan epilepsie of niet.

Eénmaal met vrij grote zekerheid werd vastgesteld dat uw huisdier lijdt aan aanvallen van epilepsie is de volgende stap de oorzaak hiervoor op te sporen. Grotendeels komt het er op neer om idiopathische van structurele epilepsie te onderscheiden. Idiopathische epilepsie komt het frequentst voor bij de hond.

Idiopathische epilepsie bij de hond is een overkoepelende term en omhelst:

1/ idiopathische epilepsie (genetische of erfelijke epilepsie) waarbij een genetische mutatie werd gevonden die verantwoordelijk is voor de ziekte (vb. myoclonische idiopathische epilepsie bij de Rodesian Ridgeback)

2/ idiopathische epilepsie (vermoedelijk genetische of erfelijke epilepsie) waar er aanwijzingen zijn voor een familiale of ras gebonden voorgeschiedenis van epilepsie

3/ idiopathische epilepsie van onbekende oorzaak waar de onderliggende oorzaak onduidelijk is en waar geen structureel probleem in de hersenen aanwezig is

Bij structurele epilepsie is er een verandering in de structuur van de hersenen aanwezig (vb. tumor, ontsteking, aangeboren misvorming, trauma …). Reactieve aanvallen zijn aanvallen van epilepsie die ontstaan door een metabole of toxische oorzaak. Bij reactieve aanvallen verdwijnen de aanvallen van epilepsie meestal bij behandeling van de onderliggende ziekte.

De diagnose van idiopathische epilepsie bij de hond kan gesteld worden op 3 niveaus:

1/ Uw hond heeft 2 of meer spontane aanvallen van epilepsie gehad met meer dan 24h tussen, uw hond is tussen de 6 maanden en 6 jaar oud bij de eerste aanval van epilepsie, uw hond is tussen de aanvallen klinisch en neurologisch normaal en heeft een normaal bloed- en urineonderzoek. Een familiale voorgeschiedenis van epilepsie maakt de kans op idiopathische epilepsie nog sterker

2/ Naast bovenstaande criteria heeft uw hond ook normale leverfunctietesten, een normaal MRI-beeld van de hersenen en normaal onderzoek van hersenvocht

3/ Naast bovenstaande criteria heeft uw hond ook typische EEG (elektro-encefalografische)-afwijkingen passend bij epilepsie (het uitvoeren van een EEG is momenteel wegens technische en praktische redenen nog niet (overal) toepasbaar)

De behandeling van epilepsie kan met heel wat uitdagingen gepaard gaan, wijzelf kunnen u hierin bijstaan. Wanneer wordt best gestart met lange termijn medicatie bij honden met (een vermoeden van) idiopathische epilepsie?

1/ Status epilepticus (aanval die langer duurt dan 5 minuten)

2/ Clusteraanvallen (2 of meer aanvallen binnen een periode van 24h)

3/ Langdurige (>24h) of erge (vb agressie, blindheid) post-ictale perioden (= periode na de aanval)

4/ Aanvalsfrequentie en/of –duur en/of –hevigheid neemt toe over 3 interictale perioden (= periode tussen de aanvallen)

5/ Twee of meer geïsoleerde epilepsieaanvallen binnen een periode van 6 maanden

Bij structurele epilepsie dient ook gestart te worden met lange termijn medicatie.

Met welke producten wordt best gestart? In België zijn er momenteel 3 diergeneesmiddelen ter beschikking voor de lange termijn behandeling van epilepsie bij de hond nl. Pexion® (imepitoine), Phenoleptil® (fenobarbital) en Libromide® (kaliumbromide). Wij kunnen u gericht helpen om te beslissen welk medicijn het beste is voor uw hond en zullen ook de verdere evolutie van nabij opvolgen. Wij zullen uiteraard uw dierenarts op de hoogte stellen van onze adviezen. Zie ook info-folder medicatie (pdf 6a en 6b).

Wat is een succesvolle behandeling? Idealerwijs wordt er gestreefd naar aanvalsvrijheid, dit wordt echter niet zo vaak bereikt. Een succesvolle behandeling is deze waarbij er een verlenging van de interictale periode kan worden bekomen van minstens 3 keer de lengte van de langste interictale periode vóór start van de behandeling. Een partieel behandelingssucces wordt gedefinieerd als een reductie van de aanvalsfrequentie met minstens 50%. Dit moet echter individueel per patiënt bekeken worden en het is daarom van groot belang dat u alle aanvallen noteert gebruik makend van een aanvalskalender (pdf 5).

Risicofactoren voor een slechte aanvalscontrole zijn een hoge aanvalsfrequentie en clusteraanvallen (2 of meer aanvallen op 24h tijd). Onder deze omstandigheden is vaak een snelle en agressieve behandeling nodig.

Concluderend kan gesteld worden dat epilepsie een complexe aandoening is, vooral het stellen van de diagnose en het behandelen van deze aandoening gaat gepaard met uitdagingen. In 2015 werd de ‘International Veterinary Epilepsy Task Force (IVETF)’ (hier verwijzen naar www.ivetf.org) opgericht.  Een internationaal team van veterinaire neurologen, dierenartsen en wetenschappers hebben voor de eerste maal samen gewerkt aan een wereldwijde consensus over verschillende aspecten van epilepsie bij hond en kat. De nauwe samenwerking tussen de verschillende collega’s van de IVETF heeft geleid tot verscheidene gebruiksvriendelijke en wetenschappelijk betrouwbare statements geschikt voor fokkers, eigenaars, eerste/tweede lijn praktijkdierenartsen, veterinaire neurologen en neurowetenschappers.

Epilepsie komt minder voor bij de kat dan bij de hond. Het epilepsie-verhaal van de hond kan niet zomaar geëxtrapoleerd worden naar de kat. Enkele belangrijke verschillen worden hier opgesomd:

1/ Bij de kat is het vaak moeilijker om epilepsie te herkennen dan bij de hond aangezien de aanvallen er erg atypisch en variabel kunnen uitzien. Een videofragment is zeker erg zinvol bij twijfel.

2/ De classificatie van epilepsie is gelijkaardig als bij de hond. Idiopathische epilepsie komt minder frequent voor bij de kat dan bij de hond. Er is echter weinig informatie bekend over de genetische aspecten van epilepsie bij de kat. Katten met idiopathische epilepsie zijn meestal gemiddeld jonger (3.5-5j)  dan katten met structurele epilepsie (8.5j).

3/ De criteria die gehanteerd worden wanneer een behandeling moet gestart worden zijn enigszins anders dan bij de hond. Bij de kat wordt een lange-termijn behandeling aangeraden:

  • Bij het vinden van een structurele oorzaak in de hersenen
  • Bij een status epilepticus
  • Bij het voorkomen van 2 of meer geïsoleerde aanvallen binnen een periode van 6w
  • Bij het voorkomen van 2 of meer clusters binnen een periode van 8w
  • Bij een 1ste aanval is binnen 1w na een hoofdtrauma

Een vroegtijdige behandeling van epilepsie is belangrijk voor een goede epilepsiecontrole op lange termijn (net zoals bij de hond), echter de beslissing om te starten met behandeling kan bij de kat van geval tot geval afhangen.

4/ Anti-epileptica kunnen levenslang gegeven worden, in geval er een lange periode van aanvalsvrijheid (6-24m) is kan nagedacht worden om de medicatie af te bouwen (altijd in overleg met een dierenarts).

  • 1ste keuze anti-epilepticum bij de kat is fenobarbital (Phenoleptil®)
  • Kaliumbromide (Libromide®) is toxisch voor katten en diazepam (Ziapam®) per oraal kan leverfalen veroorzaken
  • Gebruik van imepitoine (Pexion®) werd nog niet onderzocht bij de katten en is (nog) niet geregistreerd voor gebruik bij de kat in België
  • 2de keuze of add-on of bij leverpatiënten = levetiracetam (Keppra®)

5/ Prognose voor katten met idiopathische epilepsie is meestal vrij gunstig, 50-80% van de katten heeft een goede aanvalscontrole mits aangepaste behandeling.

Afspraak maken?

Hoe ?

U kan uw afspraak telefonisch vastleggen
op 09 264 77 00 tussen 8u & 16u.

Voor een spoedafspraak in noodgevallen kan u bellen
naar 09 264 76 75 (buiten de diensturen/weekend/feestdagen). 

Prijs ?

1ste epilepsie-consult: 100 euro (incl. BTW) (excl. bloedonderzoek, medicatie, …)

Inclusief MRI-scan hersenen en onderzoek van hersenvocht: 1000-1200 euro

Vervolgconsult epilepsie: 35 euro (incl. BTW) (excl. bloedonderzoek, medicatie, …)

Vragenlijst

Informatiefolders

Voor artsen

Doorverwijzen

Wil u als dierenarts een patiënt naar ons doorverwijzen? Vul dan het formulier in met de details van uw patiënt en uw bevindingen. 

Noodsituaties thuis, wat te doen?

Wat te doen

Bekijk hier enkele tips om een aanval van epilepsie zo snel mogelijk te stoppen.

Sowieso staan wij 7d/7d en 24h/24h paraat om jullie hierin bij te staan met advies of indien de behandelingen niet helpen om jullie dier te hospitaliseren.

Nieuwsbrieven

Voor de eigenaar

Voor de dierenarts

Menu sluiten